Dit keuzedeel is bedoeld voor zij-instromers met een bèta achtergrond op minimaal vmbo-tl niveau (of vergelijkbaar), en al werkende technisch onderwijsassistenten in het bèta onderwijs die up-to-date kennis en kunde behoeven.

Practicumlokalen in het bètaonderwijs veranderen in laboratoria waar leerlingen zelfstandig werken onder begeleiding van een technisch onderwijsassistent (TOA). Momenteel is er echter een tekort aan TOA’s. De vakbekwaamheidseisen zijn niet wettelijk vastgelegd en er zijn geen opleidingsmogelijkheden tot TOA. De branche richt zich hierdoor met name op zij-instromers met opgedane kennis en ervaring uit een ander technisch werkveld (bijvoorbeeld een techniekfabriek of een ziekenhuislaboratorium). Didactische, praktische en up-to-date kennis en vaardigheden blijken bij deze doelgroep echter onvoldoende aanwezig om professioneel en veilig als TOA te kunnen werken binnen het onderwijs. Dit resulteert in een scholingsbehoefte op het gebied van didactische en praktische vakkennis en vaardigheden voor het ontwikkelen van proeven en practica, het assisteren van de docent in de lessituatie en het instrueren en begeleiden van leerlingen/kleine groepen. Hierdoor worden docenten op een professionele en veilige wijze ondersteund en de kwaliteit van het werk gewaarborgd. Deze scholingsbehoefte wordt onderschreven door zowel scholen als de beroepsgroep (NVON). Door het keuzedeel Technisch Onderwijsassistent in te zetten voor (bij)scholing op het gebied van didactische, praktische en up-to-date kennis en vaardigheden voor het uitvoeren van ondersteunende taken en het borgen van de kwaliteit, kan aan deze scholingsbehoefte worden voldaan.

Na het volgen van dit keuzedeel is de doelgroep beter inzetbaar binnen het bèta onderwijs op het gebied van het ontwikkelen van proeven en practica, het assisteren van de docent in de lessituatie en het instrueren/begeleiden van leerlingen.